ECLI:NL:RVS:2000:AD7649
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- B. van Wagtendonk
- H.G. Lubberdink
- A.L. Frenkel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om vergoeding van planschade door de gemeente Asten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die schade stelt te hebben geleden door een bestemmingsplan dat op 23 december 1988 van kracht werd, waardoor de bebouwingsmogelijkheden van zijn perceel in de gemeente Asten zijn komen te vervallen. De appellant, eigenaar van het perceel sinds 1975, heeft in eerste instantie geen gebruik gemaakt van de bestaande bebouwingsmogelijkheden en stelt dat de gemeente hem onterecht niet heeft geïnformeerd over de op handen zijnde planologische wijzigingen. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft in haar uitspraak van 26 april 2001 het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant niet kon accepteren. Hij stelde dat de gemeente vertrouwen had gewekt dat de bebouwingsmogelijkheden ongewijzigd zouden blijven, maar de Raad van State oordeelt dat de appellant deze stelling niet aannemelijk heeft gemaakt. De Raad overweegt dat de gemeente de wijziging van het bestemmingsplan op de voorgeschreven wijze heeft bekendgemaakt en dat het aan de appellant was om zich op de hoogte te houden van mogelijke wijzigingen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 5 december 2001.