ECLI:NL:RVS:2001:AB1452
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.C.K.W. Bartel
- T. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Wijziging aanwijzing luchtvaartterrein Schiphol en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak, die werd behandeld door de Raad van State, hebben appellanten, waaronder de vereniging 'Vereniging Milieudefensie', bezwaar aangetekend tegen een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 juni 2000. Dit besluit wijzigde de aanwijzing van het luchtvaartterrein Schiphol, dat oorspronkelijk op 23 oktober 1996 was vastgesteld. De wijziging had tot doel het aantal overschrijdingen van geluidszones te verminderen en een groei van het luchtverkeer mogelijk te maken. Appellanten dienden op 5 juli 2000 bezwaren in, maar de Minister nam niet tijdig een beslissing op deze bezwaren. Dit leidde tot een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend op 12 maart 2001.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 april 2001 behandeld. Tijdens de zitting gaven beide partijen toestemming voor onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak. De Voorzitter oordeelde dat de Minister niet tijdig had beslist op de bezwaren, wat gelijkgesteld wordt aan een fictieve weigering. Dit was in strijd met artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak van de Voorzitter vernietigde de fictieve weigering en bepaalde dat de Minister binnen drie weken na de uitspraak alsnog een beslissing op de bezwaren moest nemen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de Minister werd veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de appellanten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 3 mei 2001, en de Voorzitter deed dit in naam der Koningin.