ECLI:NL:RVS:2001:AD3500
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R. Cleton
- R.J.J. Aerts
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Centraal Stadsgebied-Noord te Amersfoort
Op 5 september 2001 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan 'Centraal Stadsgebied-Noord' in Amersfoort. De verzoekers, waaronder Vabeog B.V., [appellant 2] B.V., [appellant 3], Stichting Amersfoort Centraal en Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de gedeputeerde staten van Utrecht, dat goedkeuring verleende aan het bestemmingsplan. De verzoekers voerden aan dat het gemeentebestuur tekort was geschoten in de totstandkoming van het plan en dat er onvoldoende rekening was gehouden met hun bedenkingen, waaronder de realisatie van parkeerplaatsen en de impact van de bouw op de omgeving.
De Voorzitter van de Raad van State heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 27 juli 2001. Tijdens deze zitting zijn verschillende vertegenwoordigers van de verzoekers en verweerders verschenen, waaronder advocaten en gemachtigden. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel over de voorlopige voorziening niet bindend is voor de bodemprocedure en dat de verzoeken van de verzoekers in veel gevallen niet toereikend waren onderbouwd.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter besloten om het besluit van de gedeputeerde staten van Utrecht voor een deel te schorsen, specifiek met betrekking tot de goedkeuring van de bestemming 'Woongebied'. De overige verzoeken zijn afgewezen. Tevens zijn de proceskosten van verzoekster sub 2 toegewezen, en is de provincie Utrecht veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij de afweging van belangen in het kader van bestemmingsplannen en de rol van de Raad van State in het waarborgen van rechtsbescherming voor betrokken partijen.