ECLI:NL:RVS:2001:AD3579
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- dr. J.C.K.W. Bartel
- mr. J.J. Vis
- mr. P.J.J. van Buuren
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring bestemmingsplan 'Naturistenpark Avalon' en risico permanente bewoning recreatiewoningen
In deze zaak gaat het om de goedkeuring van het bestemmingsplan 'Naturistenpark Avalon' door de gedeputeerde staten van Groningen. De appellanten, zeven bewoners, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 3 juni 1997, waarbij de goedkeuring van het bestemmingsplan werd verleend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft eerder, op 31 augustus 1999, een deel van dit besluit vernietigd omdat er onvoldoende waarborgen waren om permanente bewoning van recreatiewoningen tegen te gaan. Na deze uitspraak hebben de verweerders op 25 april 2000 een nieuw besluit genomen, waarin zij opnieuw goedkeuring verlenen aan het bestemmingsplan, maar de appellanten zijn van mening dat dit besluit wederom niet voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.
De Afdeling overweegt dat de verweerders bij hun besluit van 25 april 2000 onvoldoende hebben aangetoond dat het risico van permanente bewoning van de recreatiewoningen effectief wordt tegengegaan. De appellanten wijzen op de beleidsnota 'Permanente bewoning van recreatieverblijven', die volgens hen niet voldoende waarborgen biedt. De Afdeling stelt vast dat de definitie van permanente bewoning in de beleidsnota te veel ruimte laat voor interpretatie en dat er geen publiekrechtelijke regeling is getroffen om dit tegen te gaan. De Afdeling concludeert dat de vrees van appellanten voor permanente bewoning niet ongegrond is en dat de verweerders onvoldoende hebben gemotiveerd waarom zij het plandeel met de bestemming 'Verblijfsrecreatie' goedkeuren.
Uiteindelijk oordeelt de Afdeling dat het bestreden besluit in strijd is met het beginsel van behoorlijk bestuur, omdat het niet voldoende is gemotiveerd. De Afdeling verklaart het beroep van de appellanten ongegrond, maar stelt dat de goedkeuring van het bestemmingsplan niet in overeenstemming is met de vereisten van een goede ruimtelijke ordening.