ECLI:NL:RVS:2001:AD8363

Raad van State

Datum uitspraak
17 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200106162/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Offers
  • O. van Loon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Registratie van politieke aanduiding en verwarring met bestaande aanduidingen

In deze zaak heeft de Raad van State op 17 januari 2002 uitspraak gedaan over het verzoek van de vereniging 'Amsterdam Leeft!' om registratie van hun aanduiding voor de gemeenteraadsverkiezingen. Het verzoek werd ingediend op 5 december 2001 en op 11 december 2001 ingewilligd door het Centraal stembureau. Appellant, die zich zorgen maakte over mogelijke verwarring met de reeds geregistreerde aanduiding 'Leefbaar Amsterdam', heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 11 januari 2002, waarbij appellant in persoon aanwezig was en de vereniging 'Amsterdam Leeft!' vertegenwoordigd werd door haar voorzitter en secretaris. Verweerder was niet aanwezig.

De Raad overwoog dat de aanduiding 'Amsterdam Leeft!' voldoende verschilt van 'Leefbaar Amsterdam' om verwarring te voorkomen. De samenstelling van de woorden en het gebruik van een uitroepteken aan het eind van de aanduiding maken dat de aanduidingen niet als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd. De Raad concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de leden van de enkelvoudige kamer de beslissing hebben vastgesteld.

Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en onderscheidende politieke aanduidingen in het kader van de Kieswet, en hoe de Raad van State deze zaken beoordeelt op basis van de mogelijkheid van verwarring voor de kiezers.

Uitspraak

Raad
van State
200106162/1.
Datum uitspraak: 17 januari 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
en
het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Amsterdam,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 december 2001, bekend gemaakt op dezelfde dag, heeft verweerder ingewilligd het verzoek van de vereniging "Amsterdam Leeft!" tot inschrijving van de aanduiding 'Amsterdam Leeft!' als aanduiding waarmee zij voor de gemeenteraadsverkiezingen op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 12 december 2001, bij de Raad van State ingekomen op 14 december 2001, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 20 december 2001 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 januari 2002, waar appellant in persoon is verschenen. Voorts is verschenen de vereniging "Amsterdam Leeft!", vertegenwoordigd door J. Jellema, voorzitter en H.C. Bremer, secretaris. Verweerder heeft zich niet ter zitting doen vertegenwoordigen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel G 3, eerste lid, eerste volzin, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.
Ingevolge artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet beschikt het centraal stembureau slechts afwijzend op het verzoek, indien:
a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde;
b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van dit artikel of de artikelen G 1, onderscheidenlijk G 2, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ingediend, en daardoor verwarring te duchten is;
c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;
d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat;
e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;
f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.
2.2. Bij brief van 5 december 2001 heeft de vereniging "Amsterdam Leeft!" verzocht om registratie van de aanduiding 'Amsterdam Leeft!' als aanduiding waarmee zij voor de gemeenteraadsverkiezingen op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld. Bij besluit van 11 december 2001 heeft verweerder dit verzoek ingewilligd.
2.3. Appellant heeft tegen het besluit van 11 december 2001 aangevoerd, dat met de registratie van de aanduiding 'Amsterdam Leeft!' verwarring is te duchten met de reeds ingeschreven aanduiding 'Leefbaar Amsterdam'.
2.3.1. De aanduiding waarvan door de vereniging "Amsterdam Leeft!" om registratie is verzocht, bestaat uit de plaatsnaam gevolgd door het begrip "leeft" en eindigend met een uitroepteken. Het woordbeeld dat ontstaat door - de plaats van - de samenstellende delen, gevolgd door een uitroepteken aan het eind van de aanduiding, verschilt dusdanig van dat van de reeds geregistreerde aanduiding 'Leefbaar Amsterdam', dat niet kan worden staande gehouden dat sprake is van een aanduiding die geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding en dat daardoor verwarring te duchten is.
2.4. Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Offers w.g. Van Loon
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 januari 2002
284-384.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,