ECLI:NL:RVS:2001:AE4270
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- E.D.A.M. Zegveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Op 2 augustus 2001 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van 8 mei 2001, waarin het hoger beroep van de verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde G.U. Said, heeft op 22 mei 2001 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd behandeld tijdens een zitting op 26 juli 2001.
Tijdens de zitting is het verzet tegen de eerdere uitspraak besproken. De Voorzitter heeft op basis van de overwegingen in de uitspraak van heden in zaak no. 200100450/3, waarin het verzet ongegrond werd verklaard, geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen dient te worden. De Voorzitter heeft daarbij aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin en de Voorzitter heeft het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 augustus 2001, en de betrokken rechters zijn mr. R.W.L. Loeb als Voorzitter en mr. E.D.A.M. Zegveld, ambtenaar van Staat, die het proces hebben vastgesteld.