ECLI:NL:RVS:2002:AD9051
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J. Hoekstra
- A. Kosto
- J.G.C. Wiebenga
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Rijnkade-Paradijs Arnhem en goedkeuring door gedeputeerde staten van Gelderland
In deze zaak heeft de Vereniging Stadsschoon Arnhem, appellante, beroep ingesteld tegen het besluit van de gedeputeerde staten van Gelderland van 9 januari 2001, waarbij goedkeuring is verleend aan het bestemmingsplan "Rijnkade-Paradijs". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de gemeenteraad van Arnhem op 5 juni 2000, beoogt een opwaardering en herstructurering van het Rijnkadegebied in Arnhem. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 januari 2002 ter zitting behandeld.
De appellante heeft betoogd dat het bestemmingsplan te ruim is en dat er geen harde grenzen zijn gesteld aan de uitwerking van het plan. De verweerders, de gedeputeerde staten van Gelderland, hebben in hun besluit gesteld dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat er voldoende waarborgen zijn om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat de goedkeuring van het plan in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat bepalingen die als bindend moeten worden beschouwd, niet cursief zijn weergegeven in de planvoorschriften.
De Afdeling heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van de gedeputeerde staten van Gelderland vernietigd voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Centrumdoeleinden - nader uit te werken". De Afdeling heeft goedkeuring onthouden aan dit plandeel en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tevens is de provincie Gelderland veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan de appellante.