ECLI:NL:RVS:2002:AD9400

Raad van State

Datum uitspraak
15 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200200094/3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. van Dijk
  • M.G.L. de Vette
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de stichting "Stichting HogeSnelheidsLogica" Hoogmade beroep ingesteld tegen een besluit van burgemeester en wethouders van Jacobswoude, waarbij een bouwvergunning is verleend voor de bouw van een betonconstructie voor de noordelijke toerit van de boortunnel voor de HSL. Het beroep is ingesteld na het indienen van een bezwaarschrift door appellante op 14 december 2001, dat door verweerders op 3 januari 2002 is doorgezonden aan de Afdeling van de Raad van State. Bij aangetekende brief van 9 januari 2002 is appellante gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht van € 218,00, met de mededeling dat dit bedrag binnen vier weken op de rekening van de Raad van State diende te worden bijgeschreven of ter secretarie diende te worden gestort. Appellante heeft echter niet binnen de gestelde termijn aan deze verplichting voldaan.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de betaling van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen de voorgeschreven termijn. De wetgeving, specifiek artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht, stelt dat een beroep niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien de indiener niet tijdig het griffierecht heeft voldaan, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die het verzuim kunnen rechtvaardigen. In dit geval zijn er geen dergelijke omstandigheden gebleken.

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak is dat het beroep van appellante niet-ontvankelijk wordt verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan op 15 februari 2002, ondertekend door mr. P. van Dijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. de Vette, ambtenaar van Staat.

Uitspraak

Raad
van State
200200094/3.
Datum uitspraak: 15 februari 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de stichting "Stichting "HogeSnelheidsLogica" Hoogmade", gevestigd te Hoogmade,
appellante,
en
burgemeester en wethouders van Jacobswoude,
verweerders.
1. Procesverloop
Bij besluit van 6 november 2001 hebben verweerders een bouwvergunning verleend voor de bouw van de betonconstructie voor een deel van de noordelijke toerit voor de boortunnel voor de HSL tussen de N446 en de van Klaverwijdeweg te Hoogmade.
Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 14 december 2001, bij verweerders ingekomen op 19 december 2001, bezwaar gemaakt.
Bij brief van 3 januari 2002 hebben verweerders het bezwaarschrift doorgezonden aan de Afdeling met het verzoek de behandeling daarvan over te nemen.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
2. Overwegingen
2.1. Appellante is voor het door haar ingestelde beroep € 218,00 aan griffierecht verschuldigd. Een beroep wordt ingevolge artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
2.2. Appellante is bij aangetekende brief van 9 januari 2002 op de verschuldigdheid van het griffierecht gewezen. Daarbij is meegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen vier weken na de dag van verzending van de brief op de rekening van de Raad van State dient te zijn bijgeschreven of ter secretarie van de Raad van State dient te zijn gestort. Tevens is vermeld dat, indien van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, er rekening mee moet worden gehouden dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Het bedrag is niet binnen de aldus gestelde termijn op de rekening van de Raad van State bijgeschreven of ter secretarie van de Raad van State gestort.
2.3. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. de Vette, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. De Vette
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2002
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht).
- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
196.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,