ECLI:NL:RVS:2002:AD9814
Raad van State
- Hoger beroep
- E.M.H. Hirsch Ballin
- H. Troostwijk
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake openbaarmaking ledenlijsten Turkse Kulturele Vereniging Enschede
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 februari 2002 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant A tegen de burgemeester en wethouders van Enschede. De zaak betreft de weigering van de gemeente om afschriften van de ledenlijsten van de Turkse Kulturele Vereniging Enschede (TKVE) openbaar te maken. Appellant had eerder bij de rechtbank een beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester en wethouders, dat zijn verzoek om deze informatie af te geven had afgewezen. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard, maar appellant ging in hoger beroep.
De Afdeling oordeelde dat de rechtbank ten onrechte geen kennis had genomen van de ledenlijsten, die relevant waren voor de beoordeling van het geschil. De Afdeling heeft deze stukken alsnog opgevraagd en vastgesteld dat de rechtbank niet voldoende had onderbouwd waarom deze documenten niet waren opgevraagd. De Afdeling concludeerde dat de burgemeester en wethouders in dit geval niet hadden aangetoond dat het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder woog dan het belang van openbaarmaking van de ledenlijsten.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd voor zover deze de burgemeester en wethouders niet had veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant in verband met de inlichtingencomparitie. De Afdeling heeft de burgemeester en wethouders veroordeeld tot betaling van de gemaakte kosten van rechtsbijstand en verlet, en heeft het hoger beroep gegrond verklaard. De Afdeling bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank voor het overige, waarbij de burgemeester en wethouders niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel hadden gehandeld, aangezien de inzage van de ledenlijsten aan een ander niet was gedaan in het kader van een Wob-verzoek, maar door een opbergfout.