ECLI:NL:RVS:2002:AE0386
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.E. van der Does
- C.A. Terwee-van Hilten
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking van geldelijke steun voor woning door dagelijks bestuur Stadsregio Rotterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, die op 3 mei 2001 het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Stadsregio Rotterdam, dat op 27 januari 2000 een besluit tot verlening van geldelijke steun voor een woning te Rotterdam had ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op de Verordening Woninggebonden Subsidies 1994 en ging in per 29 januari 1999. Het dagelijks bestuur verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond en handhaafde het besluit, met een aanvulling van de motivering.
De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij op 18 juni 2001 zijn bezwaren indiende. De zaak werd behandeld op 29 januari 2002, waarbij de appellant in persoon verscheen, maar het dagelijks bestuur zich niet ter zitting liet vertegenwoordigen. De Raad van State overwoog dat de appellant de woning op 16 november 1998 had verkocht, voordat hij een brief ontving van de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting, waarin hij meende dat hem toestemming was verleend voor de verkoop. De Raad van State oordeelde dat het beroep van de appellant op het vertrouwensbeginsel faalde, omdat hij de woning al had verkocht voordat hij de brief ontving.
De Raad van State concludeerde dat de argumenten van de appellant in hoger beroep een herhaling waren van wat hij eerder had aangevoerd en dat het oordeel van de rechtbank juist was. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 20 maart 2002.