ECLI:NL:RVS:2002:AE0620
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- R.W.L. Loeb
- H. Bekker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding door burgemeester en wethouders van Winterswijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, A en anderen, tegen de burgemeester van Winterswijk en burgemeester en wethouders van Winterswijk. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding door de burgemeester, dat was ingediend naar aanleiding van een besluit tot verlening van een exploitatievergunning voor een coffeeshop. De rechtbank had eerder het beroep van appellanten ongegrond verklaard, wat hen ertoe bracht om in hoger beroep te gaan.
De Raad van State overweegt dat volgens vaste jurisprudentie de kosten van rechtsbijstand in bezwaarprocedures slechts in bijzondere gevallen voor vergoeding in aanmerking komen. Dit kan het geval zijn wanneer het bestuursorgaan tegen beter weten in een onjuiste beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft echter terecht geoordeeld dat er geen sprake was van ernstige gebreken in de primaire besluitvorming door de burgemeester en wethouders, waardoor de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding gerechtvaardigd was.
Appellanten voerden aan dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de burgemeester en wethouders het verzoek om schadevergoeding in verband met de kosten voor rechtsbijstand in de beroepsprocedures terecht hadden afgewezen. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de burgemeester en wethouders op goede gronden hebben geweigerd om de kosten te vergoeden. Ook het betoog van appellanten over de vermindering van het woongenot werd door de Raad van State verworpen, omdat niet was aangetoond dat deze vermindering het gevolg was van de besluiten van de burgemeester.
De Raad van State concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.