2. Overwegingen
2.1. Voor de inrichting is eerder op 19 oktober 1993 krachtens de Wet milieubeheer een oprichtingsvergunning verleend.
2.2. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden aan een vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn ter bescherming van het milieu. Voorzover door het verbinden van voorschriften aan de vergunning de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, niet kunnen worden voorkomen, worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die de grootst mogelijke bescherming bieden tegen die gevolgen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
Hieruit volgt dat de vergunning moet worden geweigerd, indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt.
Bij de toepassing van de artikelen 8.10, eerste lid, en 8.11 van de Wet milieubeheer komt verweerders een zekere beoordelingsvrijheid toe, die haar begrenzing onder meer vindt in hetgeen voortvloeit uit de meest recente algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten.
2.3. Appellanten, drijvers van de inrichting, kunnen zich niet verenigen met de in voorschrift 8.1.2 gestelde geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau aangezien deze waarden strenger zijn dan de geluidgrenswaarden die aan de onderliggende vergunning waren verbonden. De bedrijfsvoering wordt hierdoor onnodig belemmerd, aldus appellanten.
2.3.1. Verweerders zijn bij de beoordeling van de van de inrichting te duchten geluidhinder uitgegaan van de circulaire Industrielawaai (hierna: de circulaire). Ter voorkoming dan wel beperking van geluidhinder hebben verweerders voorschriften aan de vergunning verbonden.
Ingevolge voorschrift 8.1.2 mag het maximale geluidniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, ter plaatse van de gevel van de dichtstbijgelegen woning van derden en voor het overige op 50 meter van de grens van de inrichting niet meer bedragen dan:
- 50 dB(A) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur;
- 45 dB(A) op 5 meter hoogte in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur;
- 40 dB(A) op 5 meter hoogte in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur.
2.3.2. Niet in geschil is dat de in voorschrift 8.1.2. opgenomen geluidgrenswaarden strenger zijn dan de geluidgrenswaarden die aan de onderliggende vergunning waren verbonden. Naar aanleiding van de door appellanten tegen het ontwerp-besluit ingebrachte bedenkingen hebben verweerders in het bestreden besluit overwogen dat zij de aan de onderliggende vergunning verbonden geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau te weten 70, 65 en 60 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode, ook aan de bij het bestreden besluit verleende vergunning willen verbinden. De Afdeling stelt vast dat deze geluidgrenswaarden niet afwijken van de grenswaarden die in de circulaire als maximaal aanvaardbaar zijn aangemerkt. Abusievelijk hebben verweerders verzuimd, zoals zij ter zitting hebben erkend, voorschrift 8.1.2 aan te passen. Zij verzoeken de Afdeling dan ook dit voorschrift te vernietigen en zelf in de zaak te voorzien. Gelet op het voorgaande is het bestreden besluit in strijd met het algemeen rechtsbeginsel dat een besluit zorgvuldig moet worden genomen.
2.4. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd voorzover het voorschrift 8.1.2 betreft. De Afdeling zal op de hierna te melden wijze in de zaak voorzien en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
2.5. Verweerders dienen op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing