ECLI:NL:RVS:2002:AE0718
Raad van State
- Hoger beroep
- P.A. Offers
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen weigering exploitatievergunning voor coffeeshop in Rotterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de burgemeester van Rotterdam tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 3 augustus 2001, waarin het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De appellant had een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van een coffeeshop, maar deze was door de burgemeester geweigerd. De burgemeester had in zijn besluit van 30 mei 2000 de vergunning geweigerd, en het daartegen gemaakte bezwaar was bij besluit van 5 december 2000 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak niet inhoudelijk op de zaak ingegaan, wat aanleiding gaf voor de appellant om hoger beroep in te stellen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 27 maart 2002 geoordeeld dat de rechtbank niet had moeten oordelen dat de appellant geen belanghebbende was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling oordeelde dat de mededeling van de appellant dat hij afzag van de exploitatievergunning voor een coffeeshop, niet betekende dat hij geen belang had bij de vergunning. De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank voor een materiële beoordeling van het geschil.
Daarnaast heeft de Afdeling de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 644,00, en het griffierecht van € 154,29 dat door de appellant was betaald, zal worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 27 maart 2002.