ECLI:NL:RVS:2002:AE0944
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument door burgemeester en wethouders van Wisch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de beslissing van burgemeester en wethouders van Wisch, die zijn pand als beschermd gemeentelijk monument hebben aangewezen. De appellant betoogt dat de burgemeester en wethouders niet op het advies van een onafhankelijk deskundige hadden mogen afgaan, omdat volgens hem bepaalde onderdelen van het gebouw niet correct zijn weergegeven en de geschiedkundige omschrijving niet juist zou zijn. De rechtbank heeft dit betoog echter verworpen en geoordeeld dat het advies van de deskundige en de monumentencommissie voldoende gewicht hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat de appellant geen deskundig tegenadvies heeft overgelegd, wat zijn argumenten verzwakt.
Daarnaast heeft de appellant aangevoerd dat de toepassing van artikel 5 van de gemeentelijke monumentenverordening zou leiden tot forse aanpassingen aan zijn pand. Dit argument faalt eveneens, omdat artikel 5 enkel verbodsbepalingen bevat met betrekking tot beschadigingen en veranderingen aan een beschermd monument. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 3 april 2002.