ECLI:NL:RVS:2002:AE0946
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Konijnenbelt
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke handhaving en geluidshinder door bakkerij in Veere
In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellanten en de burgemeester en wethouders van Veere over geluidshinder die zij ondervinden van een compressor van een koelcel van een bakkerij. Appellanten hebben op 22 februari 2000 een verzoek ingediend om bestuurlijke handhavingsmiddelen toe te passen, omdat zij stellen dat de geluidhinder hun woongenot aantast. Na het aanbrengen van geluidgedempte beugels onder de compressor was de hinder tijdelijk verdwenen, maar na het aanbrengen van een omkasting keerde de hinder terug. De verweerders hebben op 30 augustus 2000 besloten om geen handhavingsmiddelen toe te passen, omdat uit geluidmetingen geen overtreding van de geldende geluidvoorschriften bleek. Dit besluit werd door appellanten bestreden, waarbij zij aanvoerden dat de metingen niet adequaat waren uitgevoerd en dat laagfrequent geluid niet met de gebruikte apparatuur kon worden gemeten.
De Raad van State overweegt dat het niet uitgesloten is dat appellanten laagfrequent geluid waarnemen, maar dat de geldende geluidvoorschriften geen specifieke normen voor dit type geluid bevatten. De herhaalde metingen door het gemeentebestuur, de meest recente op 30 januari 2002, toonden geen overtredingen aan. Gezien deze bevindingen concludeert de Raad van State dat verweerders niet bevoegd zijn om handhavingsmiddelen toe te passen, en dat het bezwaar van appellanten terecht ongegrond is verklaard. Het beroep van appellanten wordt dan ook ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 3 april 2002.