ECLI:NL:RVS:2002:AE0980
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Brink
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen ontheffing geluidvoorschriften voor openluchtconcert
Op 3 april 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellant en de burgemeester en wethouders van Epe. De appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van 22 juli 1999, waarbij ontheffing van de geluidvoorschriften was verleend voor een openluchtconcert op het terras van Hotel Golden Tulip te Epe op 1 augustus 1999. De rechtbank had zich eerder onbevoegd verklaard en het beroepschrift doorgezonden naar de Afdeling. De verweerders stelden dat de appellant niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat het ontheffingsbesluit inmiddels was uitgewerkt. De Afdeling oordeelde echter dat de appellant schade had geleden door geluidsoverlast en dat er processueel belang was.
De appellant betoogde dat de verweerders ten onrechte zijn bezwaar tegen de ontheffing ongegrond hadden verklaard, en voerde aan dat de geluidvoorschriften uit de milieuvergunning nog van kracht waren. De Afdeling overwoog dat de geluidvoorschriften uit de vergunning van 17 november 1982, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 25 juni 1984, nog steeds van toepassing waren. De Afdeling concludeerde dat de verleende ontheffing onbevoegd was verleend, omdat de vergunning geen mogelijkheid bood voor ontheffing van het verbod op het gebruik van muziekinstrumenten op het open terrein.
De Afdeling verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de burgemeester en wethouders van Epe van 31 maart 2000, herroepte het primaire besluit van 22 juli 1999 en bepaalde dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tevens werden de verweerders veroordeeld in de proceskosten van de appellant en diende de gemeente Epe het griffierecht te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 3 april 2002.