ECLI:NL:RVS:2002:AE1272
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.K.W. Bartel
- P.J.J. van Buuren
- J.J.C. Voorhoeve
- H.E. Troost
- Rechtspraak.nl
Weigering wijziging vergunning op basis van de Ontgrondingenwet door gedeputeerde staten van Gelderland
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 april 2002 uitspraak gedaan over het beroep van Dekker Zandbaggerbedrijf B.V. tegen de weigering van de gedeputeerde staten van Gelderland om een wijziging van enkele voorschriften van een in 1979 verleende vergunning goed te keuren. De zaak werd behandeld op 18 oktober 2001, waarbij de appellante werd vertegenwoordigd door mr. F.J. Perquin, en de verweerders door ambtenaren van de provincie Gelderland. De appellante was van mening dat de weigering onterecht was en heeft haar gronden in het beroepschrift uiteengezet.
De Afdeling overwoog dat het bestreden besluit niet was voorbereid volgens de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name dat er geen ontwerpbesluit was opgesteld en de bedenkingenprocedure niet had plaatsgevonden. Dit betekende dat de appellante, voordat zij beroep kon instellen, een bezwaarschrift had moeten indienen, wat niet was gebeurd. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Afdeling oordeelde dat, hoewel de verweerders in hun besluit hadden vermeld dat rechtstreeks beroep mogelijk was, dit niet volstond om de procedurele vereisten van de Awb te negeren. De Afdeling veroordeelde de gedeputeerde staten van Gelderland in de proceskosten en gelastte hen het betaalde griffierecht aan de appellante te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures bij het indienen van beroep tegen bestuursbesluiten.