ECLI:NL:RVS:2002:AE1509
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.E. van der Does
- R.W.L. Loeb
- J.H.B. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de geldigheid van kandidatenlijsten van de politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn'
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een appellant en de hoofdstembureaus voor de verkiezing van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De appellant heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van de verweerders van 5 april 2002, waarbij de kandidatenlijsten van de politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn' geldig zijn verklaard. De appellant betoogt dat de lijsttrekker, Pim Fortuyn, kiezersbedrog pleegt door te stellen dat hij de politiek verlaat als de politieke groepering minder dan zeven zetels behaalt bij de verkiezingen. Dit zou volgens de appellant een reden moeten zijn om de kandidaat van de lijst te schrappen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 11 april 2002 behandeld. Tijdens de zitting heeft de appellant de leden van de Afdeling gewraakt, maar dit verzoek werd buiten behandeling gelaten omdat de gronden niet op de behandelende leden betrekking hadden. De Afdeling heeft overwogen dat de Kieswet een limitatieve opsomming biedt van gronden waarop kandidaten kunnen worden geschrapt, en dat geen van deze gronden in dit geval van toepassing is. De Afdeling concludeert dat de verweerders de kandidaat Pim Fortuyn terecht hebben gehandhaafd op de kandidatenlijsten.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het beroep ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 15 april 2002.