ECLI:NL:RVS:2002:AE1510

Raad van State

Datum uitspraak
15 april 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200201947/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.E. van der Does
  • R.W.L. Loeb
  • J.H.B. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid kandidatenlijsten politieke groepering Lijst Pim Fortuyn

Op 15 april 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de hoofdstembureaus voor de verkiezing van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het geschil betreft de besluiten van de verweerders van 5 april 2002, waarbij de kandidatenlijsten van de politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn' geldig zijn verklaard. De appellant heeft op 8 april 2002 beroep ingesteld tegen deze besluiten, welke brief op 9 april 2002 bij de Raad van State is binnengekomen. De zaak is behandeld op de zitting van 11 april 2002, waar de appellant in persoon aanwezig was, terwijl de verweerders vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Tijdens de zitting heeft de appellant verzocht om wraking van de zitting hebbende Leden van de Afdeling, maar dit verzoek is afgewezen door een andere Kamer van de Afdeling.

Uitspraak

200201947/1.
Datum uitspraak: 15 april 2002
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats]
en
de hoofdstembureaus voor de verkiezing van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
verweerders.
1. Procesverloop
Het geschil betreft de besluiten van verweerders van 5 april 2002 waarbij, voorzover thans van belang, de kandidatenlijsten van de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” geldig zijn verklaard.
Tegen deze besluiten heeft appellant bij brief van 8 april 2002, bij de Raad van State binnengekomen op 9 april 2002, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 april 2002, waar appellant in persoon en verweerders, vertegenwoordigd door Y. Bruggeman-van Duijn en mr. M. Hertogs, gemachtigden, zijn verschenen. Voorts zijn verschenen de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. C.A.R. de Beus, gemachtigde, en de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn”, vertegenwoordigd door mr. J.A.J. Leeman, advocaat te Rotterdam.
Tijdens de zitting heeft appellant verzocht om wraking van de zitting hebbende Leden van de Afdeling, welk verzoek op dezelfde dag door een Kamer, bestaande uit drie andere Leden van de Afdeling, bij mondelinge beslissing (zaaknummer 200201947/2) is afgewezen.
2. Overwegingen
2.1. Het betoog van appellant dat de hoofdstembureaus en de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” geen partijen zijn in onderhavige procedure, faalt. De hoofdstembureaus zijn van rechtswege partij, nu zij de bestreden besluiten hebben genomen. De politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” is in het kader van het vooronderzoek als belanghebbende aangemerkt. Hetgeen door appellant is aangevoerd, geeft geen aanleiding op deze beslissing terug te komen.
2.2. Het beroep spitst zich toe op de vraag of de door de politieke groepering "Lijst Pim Fortuyn" ingeleverde kandidatenlijsten door verweerders terecht geldig zijn verklaard.
2.3. De beroepsgronden van appellant hebben betrekking op de wijze waarop de politieke groepering “Lijst Pim Fortuyn” zijns inziens gebruik maakt van de democratie.
2.4. Artikel I 5 van de Kieswet bevat een limitatief-imperatieve opsomming van de gronden waarop een kandidatenlijst ongeldig is. Geen van de in deze bepaling genoemde gronden doet zich hier voor. De Kieswet biedt, geheel in overeenstemming met de Grondwet, geen grondslag tot toetsing van een kandidatenlijst aan andere dan de daaraan door de Kieswet gestelde formele vereisten. Verweerders hebben de door de politieke groepering "Lijst Pim Fortuyn" ingeleverde kandidatenlijsten dan ook terecht geldig verklaard.
2.5. Het beroep is ongegrond.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.E. van der Does, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. J.H.B. van der Meer, Leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Does
Voorzitter
w.g. Van Loon
ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2002