ECLI:NL:RVS:2002:AE2070

Raad van State

Datum uitspraak
1 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200202082/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H.B. van der Meer
  • O. van Loon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schrapping van de aanduiding 'Stadspartij Leiden' uit het register van de Kieswet

In deze zaak heeft de vereniging 'Stadspartij Leiden' beroep ingesteld tegen een besluit van het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Leiden. Dit besluit, genomen op 8 maart 2002 en bekendgemaakt op 15 maart 2002, hield in dat de aanduiding 'Stadspartij Leiden' uit het register, bedoeld in artikel G 3 van de Kieswet, werd geschrapt. De vereniging heeft op 20 maart 2002 beroep aangetekend, waarbij de gronden zijn aangevuld op 11 april 2002. De zaak is vervolgens door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer.

De zitting vond plaats op 19 april 2002, waar de appellante werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en de verweerder door H.J.W.P. Fase, ook een gemachtigde. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat niet in geschil is dat de appellante voor de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart 2002 geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid zoals bedoeld in de Kieswet. Hierdoor was de schrapping van de aanduiding 'Stadspartij Leiden' door het Centraal stembureau terecht. De Afdeling heeft het beroep ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin door mr. J.H.B. van der Meer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat. De uitspraak vond plaats op 1 mei 2002.

Uitspraak

200202082/1.
Datum uitspraak: 1 mei 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Stadspartij Leiden", gevestigd te Leiden,
appellante,
en
het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Leiden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 maart 2002, bekendgemaakt op 15 maart 2002, heeft verweerder de aanduiding 'Stadspartij Leiden' geschrapt uit het register, bedoeld in artikel G 3 van de Kieswet.
Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 20 maart 2002, bij de Raad van State ingekomen op 5 april 2002, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 11 april 2002. Deze brieven zijn aangehecht.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2002, waar appellante, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door H.J.W.P. Fase, gemachtigde, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Niet in geschil is dat appellante voor de verkiezingen van de leden van de gemeenteraad van Leiden van 6 maart 2002 geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3 van de Kieswet. Gelet op het bepaalde in artikel G 3, zevende lid, aanhef en onder d, van de Kieswet heeft verweerder de aanduiding 'Stadspartij Leiden', waarmee appellante voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, dan ook terecht geschrapt.
2.2. Het beroep is ongegrond.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.H.B. van der Meer, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Meer w.g. Van Loon
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2002
284.