ECLI:NL:RVS:2002:AE2528

Raad van State

Datum uitspraak
8 april 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200201065/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • B. van Wagtendonk
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • A.U. Kallan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag door vreemdeling

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door A.R. Geymer, die beweerdelijk optreedt namens een vreemdeling, tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage. De voorzieningenrechter had op 12 februari 2002 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie, maar had deze beslissing vernietigd en de rechtsgevolgen in stand gelaten. Geymer heeft echter geen bewijs geleverd van zijn vertegenwoordiging van de vreemdeling, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het instellen van hoger beroep. De Afdeling heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij als gemachtigde van de vreemdeling kon optreden, en dat zijn verklaring dat hij daartoe gevolmachtigd is, niet voldoende is zonder de benodigde bewijsstukken. De uitspraak van de voorzieningenrechter blijft daarmee in stand, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 8 april 2002.

Uitspraak

Raad
van State
200201065/1.
Datum uitspraak: 8 april 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
mr. [appellant], beweerdelijk optredend namens [vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 12 februari 2002 in het geding tussen:
A.R. Geymer
en
de Staatssecretaris van Justitie.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 januari 2002 heeft de Staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van [vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.
Bij uitspraak van 12 februari 2002, verzonden op 14 februari 2002, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter), het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 21 februari 2002, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 3 maart 2002 heeft de staatssecretaris een reactie ingediend.
Bij brieven van 12 en 20 maart 2002 heeft appellant een memorie ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 6:4, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 6:24, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) geschiedt het instellen van hoger beroep op een administratieve rechter door het indienen van een hoger-beroepschrift bij die rechter.
Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, aanhef van de Awb wordt een hoger-beroepschrift ondertekend.
Ingevolge artikel 70, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) kan het hoger beroep worden ingesteld door de vreemdeling in persoon, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn bijzondere gemachtigde of een advocaat, indien deze verklaart daartoe bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd.
Indien niet is voldaan aan voormeld artikel 6:5 of enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het hoger beroep, wordt het hoger beroep ingevolge artikel 85, derde lid, van de Vw 2000 niet-ontvankelijk verklaard.
2.2. Redelijke toepassing van voormeld artikel 70, eerste lid, van de Vw 2000 brengt mee dat, indien hoger beroep is ingesteld door een bijzondere gemachtigde, de Afdeling van de gemachtigde een schriftelijke volmacht kan verlangen.
2.3. Appellant heeft in het hoger-beroepschrift aangegeven dat hoger beroep namens de vreemdeling wordt ingesteld. Hij heeft echter geen stukken overgelegd, waaruit de aldus gestelde vertegenwoordiging blijkt.
Appellant is bij aangetekende brief van 13 maart 2002 tot en met 20 maart 2002 in de gelegenheid gesteld de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen.
Hij heeft de gestelde vertegenwoordiging niet binnen de aldus gestelde termijn aangetoond. Dat de voorzieningenrechter appellant als gemachtigde van de vreemdeling heeft aangemerkt en de Afdeling hem, naar aanleiding van een door de staatssecretaris ingesteld hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter, in de gelegenheid heeft gesteld een verweerschrift toe te zenden, is daarvoor onvoldoende. Dat appellant zelf verklaart bepaaldelijk gevolmachtigd te zijn tot het instellen van het hoger beroep, als bedoeld in artikel 70 van de Vw 2000, is niet van belang, nu hij niet heeft gesteld advocaat te zijn.
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden, op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant in verzuim is geweest. Met name is daarvoor niet toereikend dat de verblijfplaats van de vreemdeling, naar appellant stelt, onbekend is.
2.4. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. B. van Wagtendonk en mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Leden, in tegenwoordigheid van mr. A.U. Kallan, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Kallan
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2002
15-385.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,