ECLI:NL:RVS:2002:AE2771
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- R.P. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de plaatsing van een pand op de gemeentelijke monumentenlijst
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de beslissing van burgemeester en wethouders van Deventer om een pand op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De plaatsing vond plaats op 8 februari 2000, waarna de burgemeester en wethouders op 22 september 2000 het bezwaar van de appellant ongegrond verklaarden. De rechtbank te Zwolle verklaarde op 10 oktober 2001 het beroep van de appellant tegen deze beslissing eveneens ongegrond. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden aanvulde in januari 2002.
Tijdens de zitting op 26 april 2002 was de appellant niet aanwezig, terwijl de burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren door hun ambtenaren. De appellant betoogde in zijn enige grief dat het pand niet of nauwelijks van monumentale waarde is, en dat de plaatsing op de lijst niet gerechtvaardigd is gezien het nadeel dat hij hierdoor ondervindt. De Raad van State oordeelde dat de rechtbank op goede gronden tot haar oordeel was gekomen en dat het betoog van de appellant niet kon slagen, aangezien hij zijn mening over de monumentale waarde niet eerder in de procedure had ingebracht.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 mei 2002.