ECLI:NL:RVS:2002:AE3696

Raad van State

Datum uitspraak
5 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200200451/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Boll
  • F.B. van der Maesen de Sombreff
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 8:73 Awb na vernietiging besluit burgemeester en wethouders van Hulst

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 5 juni 2002 uitspraak gedaan op een verzoek om schadevergoeding van een appellant, die eerder in een procedure tegen de burgemeester en wethouders van Hulst zijn gelijk heeft gekregen. De appellant had in 1995 beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente, dat op 29 november 1995 door de Afdeling werd vernietigd. De Afdeling had toen het onderzoek heropend om te beoordelen of de gemeente vergoedingen moest betalen voor de schade die de appellant had geleden door het vernietigde besluit.

De appellant verzocht de gemeente om schadevergoeding, maar dit verzoek werd door de gemeente afgewezen. Hierop volgde een bezwaarprocedure, die ook door de gemeente ongegrond werd verklaard. De appellant ging in beroep tegen deze afwijzing, maar de Afdeling verklaarde het beroep ongegrond.

De Afdeling oordeelde dat er geen gronden waren voor het inwilligen van het verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 8:73, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Afdeling concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de leden van de enkelvoudige kamer, J.M. Boll en F.B. van der Maesen de Sombreff, betrokken waren. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 juni 2002.

Uitspraak

200200451/1.
Datum uitspraak: 5 juni 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek om toepassing van artikel 8:73, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
burgemeester en wethouders van Hulst,
verweerders.
1. Procesverloop
Bij uitspraak van 29 november 1995, no. E03.94.1844, heeft de Afdeling het beroep van appellant tegen het besluit van verweerders van 8 november 1994 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Daarbij heeft de Afdeling met toepassing van artikel 8:73, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het onderzoek heropend ter voorbereiding van een uitspraak op het verzoek van appellant om verweerders te veroordelen tot vergoeding van de door hem geleden schade.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:73, eerste lid, van de Awb kan de Afdeling indien zij het beroep gegrond verklaart en indien daarvoor gronden zijn, op verzoek van een partij de door haar aangewezen rechtspersoon veroordelen tot vergoeding van de schade die die partij lijdt.
2.2. Appellant heeft -naast zijn verzoek om toepassing van dit artikellid- bij brief van 29 mei 2000 verweerders verzocht om vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden ten gevolge van het besluit van verweerders van 8 november 1994. Verweerders hebben dit verzoek bij besluit van 2 augustus 2000 afgewezen. Het daartegen gemaakte bezwaar hebben verweerders bij besluit van 19 december 2000 ongegrond verklaard. Appellant heeft tegen laatstgenoemd besluit beroep bij de Afdeling ingesteld. Bij uitspraak van heden, no. 200100435/1, heeft de Afdeling het beroep ongegrond verklaard.
Onder verwijzing naar deze uitspraak is de Afdeling van oordeel dat geen grond bestaat voor inwilliging van het verzoek om toepassing van artikel 8:73, eerste lid, van de Awb.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, Lid van de enkelvoudige kamer,
in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Van der Maesen de Sombreff
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2002
190-313.