ECLI:NL:RVS:2002:AE5089
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- A.U. Kallan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit burgemeester en wethouders van Gorssel inzake bouwvergunning voor lichtmasten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Zutphen, die op 21 augustus 2001 het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De zaak betreft de vrijstelling en bouwvergunning die op 21 december 1999 door burgemeester en wethouders van Gorssel zijn verleend aan Sportvereniging Epse voor het plaatsen van twee lichtmasten op hun sportterrein. Appellant, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, kreeg op 9 augustus 2000 te horen dat zijn bezwaar ongegrond was verklaard. Hierop volgde de rechtsgang naar de rechtbank, die de eerdere besluiten bevestigde.
Appellant heeft op 6 oktober 2001 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waar de zaak op 14 mei 2002 ter zitting werd behandeld. Tijdens deze zitting was appellant zelf aanwezig, terwijl de burgemeester en wethouders werden vertegenwoordigd door mr. G. Raaben. De appellant betoogde dat de plaatsing van een van de lichtmasten niet overeenkwam met de afspraken die in het vooroverleg waren gemaakt, maar de Raad van State oordeelde dat dit niet relevant was voor de beoordeling van het hoger beroep. De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat appellant geen belang had bij de beoordeling van het besluit van 9 augustus 2000.
De uitspraak werd op 10 juli 2002 openbaar gemaakt, waarbij de Raad van State in naam der Koningin het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is ondertekend door mr. R.W.L. Loeb, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.U. Kallan, ambtenaar van Staat.