ECLI:NL:RVS:2002:AE5414

Raad van State

Datum uitspraak
17 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200200207/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Boll
  • J.J. den Broeder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verleende revisievergunning voor paardenhouderij in Meijel

Op 17 juli 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellant en de burgemeester en wethouders van Meijel. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van 20 december 2001, waarbij aan de vergunninghouder een revisievergunning is verleend voor het houden van 35 paarden ouder dan drie jaar op een perceel in Meijel. Dit besluit is op 4 januari 2002 ter inzage gelegd, waarna de appellant op 11 januari 2002 beroep heeft ingesteld. De appellant heeft in haar beroepschrift enkel verwezen naar eerder ingediende bedenkingen tegen het ontwerp van het besluit, zonder nieuwe argumenten aan te voeren die de weerlegging van de bedenkingen door de verweerders zouden ondermijnen. De Afdeling heeft vastgesteld dat de verweerders adequaat op de bedenkingen zijn ingegaan en dat er geen onjuistheden in de weerlegging zijn aangetoond. De Afdeling heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

200200207/1.
Datum uitspraak: 17 juli 2002.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
burgemeester en wethouders van Meijel,
verweerders.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 december 2001, kenmerk 19-01 WM, hebben verweerders krachtens de Wet milieubeheer aan [vergunninghouder] een revisievergunning als geregeld in artikel 8.4, eerste lid, van deze wet verleend voor een paardenhouderij op het perceel [locatie]. Dit aangehechte besluit is op 4 januari 2002 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 9 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 11 januari 2002, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 18 februari 2002 hebben verweerders een verweerschrift ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 juli 2002, waar verweerders, vertegenwoordigd door drs. P.J.H.A.M. Kuijpers, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is als partij vergunninghouder, in persoon, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. De bij het bestreden besluit verleende revisievergunning heeft betrekking op het houden van 35 paarden ouder dan drie jaar.
2.2. Appellante heeft zich in het beroepschrift beperkt tot het verwijzen naar de tegen het ontwerp van het besluit ingebrachte bedenkingen. In de considerans van het bestreden besluit zijn verweerders ingegaan op deze bedenkingen. Appellante heeft noch in het beroepschrift, noch in haar nadere stukken redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende bedenkingen in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Ook voor het overige is niet gebleken dat die weerlegging van de bedenkingen onjuist zou zijn.
2.3. Het beroep is ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Den Broeder
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2002.
187-373.