ECLI:NL:RVS:2002:AE6710

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200105841/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • J.A.M. van Angeren
  • H.G. Lubberdink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vergunning bouw tunnel door Bavaria N.V. in Laarbeek

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2001. De zaak betreft de vergunning die burgemeester en wethouders van Laarbeek op 12 januari 2001 hebben verleend aan de naamloze vennootschap "Bavaria N.V." voor de bouw van een tunnel op een perceel gelegen in de Provinciale weg te Lieshout. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, wat heeft geleid tot een heroverweging door de burgemeester en wethouders. Op 11 juni 2001 werd het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de vergunning werd herroepen en de beslissing op de aanvraag werd aangehouden. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 16 oktober 2001 het beroep van "Bavaria N.V." gegrond verklaard en het besluit van de burgemeester en wethouders vernietigd, waarbij het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard.

Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waar de zaak op 12 juli 2002 ter zitting werd behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat het perceel van de tunnel zich op ongeveer 550 meter van de woning van appellant bevindt, en dat er een rij bomen tussen de tunnel en de woning staat, waardoor de tunnel aan het zicht van appellant is onttrokken. De Raad van State concludeert dat appellant onder deze omstandigheden geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, zij het met verbetering van de gronden waarop die rust. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 21 augustus 2002.

Uitspraak

200105841/1.
Datum uitspraak: 21 augustus 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats]
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2001 in het geding tussen:
de naamloze vennootschap “Bavaria N.V.”, gevestigd te Lieshout
en
burgemeester en wethouders van Laarbeek.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 januari 2001 hebben burgemeester en wethouders van Laarbeek (hierna: burgemeester en wethouders) aan de naamloze vennootschap "Bavaria N.V." vergunning verleend voor de bouw van een tunnel op het perceel, kadastraal bekend gemeente Lieshout, sectie K, nr. 843, gelegen in de Provinciale weg te Lieshout (hierna: het perceel).
Bij besluit van 11 juni 2001 hebben zij het daartegen door appellant gemaakte bezwaar gegrond verklaard, voorzover is verzuimd de bouwaanvraag op de voet van artikel 52 van de Woningwet aan te houden en voor het overige ongegrond. Burgemeester en wethouders hebben daarbij voorts het besluit van 12 januari 2001 herroepen en de beslissing op de aanvraag aangehouden. Dit besluit en het advies van commissie voor de bezwaar- en beroepschriften waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht.
Bij uitspraak van 16 oktober 2001, verzonden op 19 oktober 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door “Bavaria N.V.” ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 november 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 14 februari 2002 hebben burgemeester en wethouders van antwoord gediend. Bij brief van 8 maart 2002 heeft “Bavaria N.V.” een memorie ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 juli 2002, waar “Bavaria N.V.”, vertegenwoordigd door [gemachtigde] is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het perceel is gelegen op ongeveer 550 meter van de woning van appellant. Tussen de tunnel en zijn woning bevindt zich een rij bomen. De tunnel is in elk geval door deze bomen aan het zicht van appellant ontrokken.
2.2. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, is appellant onder deze omstandigheden geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient, zij het met verbetering van de gronden waarop die rust, te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. J.A.M. van Angeren en mr. H.G. Lubberdink, Leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Groenendijk
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2002
164.