ECLI:NL:RVS:2002:AE7188
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- C. de Gooijer
- C.A. Terwee-van Hilten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vergunningverlening voor de bouw van een veebrug in Westvoorne
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, die op 21 november 2001 het beroep tegen de vergunningverlening voor de bouw van een veebrug door burgemeester en wethouders van Westvoorne ongegrond verklaarde. De vergunning was verleend op 5 december 2000, en het bezwaar daartegen werd op 21 augustus 2001 ongegrond verklaard. Appellanten stelden dat de brug zou worden gebruikt voor agrarische doeleinden, wat in strijd zou zijn met het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Oostvoorne', dat de bestemming 'bos' voor het perceel voorschrijft.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 15 augustus 2002 behandeld. Tijdens de zitting waren de appellanten, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. N.J.H.M. Slaats, aanwezig. De Afdeling oordeelde dat de president terecht had geconcludeerd dat de bouw van de brug in overeenstemming was met het bestemmingsplan, omdat het bouwen van de brug plaatsvond in het kader van het beheren van het bos en niet gelijkgesteld kon worden aan agrarisch gebruik.
Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 4 september 2002.