ECLI:NL:RVS:2002:AE7435
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Haarlem inzake huursubsidie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Haarlem, die op 5 november 2001 een beroep van appellante ongegrond verklaarde. De zaak betreft de vaststelling van huursubsidie door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Bij besluit van 7 juni 1999 had de Staatssecretaris de huursubsidie voor het tijdvak van 1 juli 1996 tot 1 juli 1997 vastgesteld op ƒ 960,00 en daarnaast ƒ 2.160,00 teruggevorderd als ten onrechte uitbetaald. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de Staatssecretaris verklaarde dit bezwaar ongegrond op 22 maart 2001. De rechtbank bevestigde deze beslissing, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State, ingediend op 19 december 2001.
Tijdens de zitting op 19 juli 2001 betoogde appellante dat de rechtbank had miskend dat er bijzondere omstandigheden waren die de Staatssecretaris hadden moeten doen afzien van de nadere vaststelling van de huursubsidie. Appellante stelde dat zij zonder de huursubsidie haar huur niet kon betalen, vooral omdat zij in die periode studeerde en niet beschikbaar was voor werk. De Raad van State oordeelde echter dat de Staatssecretaris zijn bevoegdheid tot nadere vaststelling van de huursubsidie correct had gebruikt, en dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet onder de uitzonderingen van de Wet individuele huursubsidie vielen.
Daarnaast betoogde appellante dat, zelfs als de huursubsidie terecht was vastgesteld, er geen terugvordering had mogen plaatsvinden. De Raad van State oordeelde dat de Staatssecretaris in principe het onverschuldigd betaalde bedrag terugvorderde, tenzij er zeer bijzondere situaties waren die dit zouden uitsluiten. De rechtbank had terecht geoordeeld dat dergelijke omstandigheden in dit geval niet aanwezig waren. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd.