ECLI:NL:RVS:2002:AE7725
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- J.H. Roelfsema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit burgemeester en wethouders van Eemnes inzake verwijdering tuinhuisje
Op 18 september 2002 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de burgemeester en wethouders van Eemnes. De zaak betreft een besluit van 21 maart 2000, waarbij de burgemeester en wethouders de appellant hebben aangeschreven om voor 1 april 2001 een tuinhuisje op zijn perceel te verwijderen, onder oplegging van een dwangsom. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 13 november 2000. De rechtbank te Utrecht heeft op 11 maart 2002 het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij op 14 april 2002 zijn bezwaren heeft ingediend. Tijdens de zitting op 20 augustus 2002 was de vertegenwoordiger van de burgemeester en wethouders aanwezig, terwijl de appellant afwezig was met bericht van verhindering. De Raad van State heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechtbank op goede gronden tot haar beslissing is gekomen. De appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die de zaak in een ander licht zouden kunnen plaatsen.
De Raad van State heeft geconcludeerd dat het nieuwe bestemmingsplan "Heidehoek 2000" geen mogelijkheden biedt voor legalisatie van het tuinhuisje. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en is de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 18 september 2002.