ECLI:NL:RVS:2002:AE7726

Raad van State

Datum uitspraak
18 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200104689/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit burgemeester en wethouders van Hillegom inzake bouwvergunning voor appartementen en winkelruimte

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Den Haag van 17 augustus 2001. De zaak betreft een besluit van burgemeester en wethouders van Hillegom, waarbij op 7 april 2000 vrijstelling en bouwvergunning werd verleend aan de besloten vennootschap Havevast B.V. voor het bouwen van zeven appartementen, een winkelruimte, een woning en een parkeergarage op het Henri Dunantplein 25 te Hillegom. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd op 23 augustus 2000 ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft in haar uitspraak van 17 augustus 2001 het beroep van appellante gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij onder andere verzocht om een schriftelijke bevestiging van toezeggingen die door burgemeester en wethouders tijdens de zitting bij de rechtbank zouden zijn gedaan.

De Raad van State heeft de zaak op 9 juli 2002 behandeld. Tijdens deze zitting was burgemeester en wethouders vertegenwoordigd door mr. P.J. van Dijk-Former, maar appellante was niet aanwezig. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de rechtbank op juiste gronden tot haar oordeel is gekomen en dat de argumenten van appellante in hoger beroep niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200104689/1.
Datum uitspraak: 18 september 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats]
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Den Haag van 17 augustus 2001 in het geding tussen:
appellante
en
burgemeester en wethouders van Hillegom.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 april 2000 hebben burgemeester en wethouders van Hillegom (hierna: burgemeester en wethouders) met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO), aan de besloten vennootschap Havevast B.V. te Koudekerk aan de Rijn (hierna: vergunningshoudster) vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het bouwen van 7 appartementen, een winkelruimte, een woning en een parkeergarage op het perceel Henri Dunantplein 25 te Hillegom (hierna: het perceel).
Bij besluit van 23 augustus 2000 hebben burgemeester en wethouders het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit en het advies van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van 19 juli 2000, waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht.
Bij uitspraak van 17 augustus 2001, verzonden op 22 augustus 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te Den Haag (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 17 september 2001, bij de Raad van State ingekomen op 21 september 2001, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 27 december 2001 hebben burgemeester en wethouders een memorie van antwoord ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 juli 2002, waar burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. P.J. van Dijk-Former, gemachtigde van de gemeente, zijn verschenen. Appellante is niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden tot haar oordeel is gekomen. Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, hoofdzakelijk neerkomend op de wens een (schriftelijke) bevestiging te krijgen van de - ter zitting bij de rechtbank – gedane toezeggingen door burgemeester en wethouders, is niet gericht tegen een overweging van de rechtbank en kan derhalve niet leiden tot een ander oordeel.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaan geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Roelfsema
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 september 2002
58-406.