ECLI:NL:RVS:2002:AE8335

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200204962/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H.B. van der Meer
  • O. van Loon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake registratie politieke partij voor gemeenteraadsverkiezingen

In deze zaak heeft de vereniging "Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn" (appellante) beroep ingesteld tegen een besluit van het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Hulst (verweerder). Dit besluit, genomen op 27 augustus 2002, betrof de registratie van de aanduiding 'LPF Hulst' als naam waaronder de vereniging op de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen wilde worden vermeld. Appellante heeft haar beroep op 11 september 2002 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn viel. Volgens artikel G 5 van de Kieswet moet een beroepschrift uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de openbare kennisgeving worden ingediend. De kennisgeving vond plaats op 27 augustus 2002, waardoor de termijn voor het indienen van het beroep op 2 september 2002 eindigde.

De Raad van State heeft vastgesteld dat appellante haar beroep te laat heeft ingediend en dat er geen omstandigheden zijn gesteld die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Hierdoor heeft de Raad van State het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, in naam der Koningin. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 september 2002. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.

Uitspraak

Raad
van State
200204962/1.
Datum uitspraak: 27 september 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn", gevestigd te Rotterdam,
appellante,
en
het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Hulst,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 augustus 2002 heeft verweerder het verzoek van de vereniging "LPF Hulst" om registratie van de aanduiding 'LPF Hulst' als aanduiding waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Hulst op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, ingewilligd.
Tegen dit besluit heeft appellante bij telefaxbericht van 11 september 2002, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. Dit telefaxbericht is aangehecht.
Bij brief van 18 september 2002 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Bij telefaxbericht van 18 september 2002 heeft de vereniging "LPF Hulst" een memorie ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 september 2002, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. O. Hammerstein, advocaat te Amsterdam, verweerder, vertegenwoordigd door G. Christiaanse en A.P.C. Hendriks, gemachtigden, en de vereniging "LPF Hulst", vertegenwoordigd door R. Muste, gemachtigde, zijn verschenen. Voorts is verschenen de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. C. Borman, gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel G 5, tweede lid, aanhef en onder b, van de Kieswet wordt in afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in artikel G 3 van de Kieswet ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de openbare kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel, dan wel na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd.
Ingevolge artikel G 3, vijfde lid, van de Kieswet wordt de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek aan de gemachtigde bekendgemaakt, alsmede ter openbare kennis gebracht op de in de gemeente gebruikelijke wijze.
2.2. Het besluit van 27 augustus 2002 is op dezelfde dag door middel van aanplakking op het publicatiebord aan het gemeentehuis, zijnde de in de gemeente Hulst gebruikelijke wijze, bekendgemaakt. De termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde derhalve op 2 september 2002.
2.2.1. Appellante heeft op 11 september 2002, en dus buiten de gestelde termijn, een beroepschrift ingediend. Omstandigheden op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar kan worden geacht, zijn gesteld noch gebleken.
2.3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H.B. van der Meer, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Meer w.g. Van Loon
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 september 2002
284.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,