ECLI:NL:RVS:2002:AE8337

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200204965/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H.B. van der Meer
  • O. van Loon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Registratie van politieke aanduiding door het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen

In deze zaak gaat het om de registratie van de politieke aanduiding 'LPF Terneuzen' door het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen. De vereniging 'LPF Terneuzen' had op 27 augustus 2002 een verzoek ingediend om deze aanduiding te registreren. Het Centraal stembureau heeft dit verzoek ingewilligd, maar de vereniging 'Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn' heeft hiertegen beroep ingesteld. De Raad van State heeft op 27 september 2002 uitspraak gedaan in deze zaak.

De Raad van State overweegt dat volgens artikel G 3 van de Kieswet een politieke groepering met volledige rechtsbevoegdheid een verzoek kan indienen voor registratie van een aanduiding, mits deze niet strijdig is met de openbare orde of verwarring kan veroorzaken met reeds geregistreerde aanduidingen. De Raad concludeert dat de aanduiding 'LPF Terneuzen' misleidend kan zijn voor kiezers, omdat deze kan worden geïnterpreteerd als een lokale afdeling van de landelijke politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn', die algemeen bekend staat als 'LPF'.

De Raad van State verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van het Centraal stembureau en wijst het verzoek van de vereniging 'LPF Terneuzen' om registratie van de aanduiding af. Tevens wordt het Centraal stembureau veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de appellante en dient de gemeente Terneuzen het griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 27 september 2002.

Uitspraak

Raad
van State
200204965/1.
Datum uitspraak: 27 september 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn", gevestigd te Rotterdam,
appellante,
en
het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 augustus 2002 heeft verweerder het verzoek van de vereniging "LPF Terneuzen" om registratie van de aanduiding 'LPF Terneuzen' als aanduiding waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, ingewilligd.
Tegen dit besluit heeft appellante bij telefaxbericht van 11 september 2002, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. Dit telefaxbericht is aangehecht.
Bij telefaxbericht van 18 september 2002 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Bij telefaxbericht van 18 september 2002 heeft de vereniging "LPF Terneuzen" een memorie ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 september 2002, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. O. Hammerstein, advocaat te Amsterdam, verweerder, vertegenwoordigd door G. Christiaanse en A.P.C. Hendriks, gemachtigden, en de vereniging "LPF Terneuzen", vertegenwoordigd door C.J. Freeke, gemachtigde, zijn verschenen. Voorts is verschenen de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. C. Borman, gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel G 3, eerste lid, eerste volzin, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor de verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.
Ingevolge artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet beschikt het centraal stembureau slechts afwijzend op het verzoek, indien:
a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde;
b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van dit artikel of de artikelen G 1, onderscheidenlijk G 2, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ingediend, en daardoor verwarring te duchten is;
c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;
d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat;
e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;
f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.
2.2. Ten behoeve van appellante is door het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal de aanduiding 'Lijst Pim Fortuyn' geregistreerd. Daarbij is niet de afkorting "LPF" geregistreerd. Nu de afkorting "LPF" als zodanig geen deel uitmaakt van de aanduiding, kan niet worden staande gehouden dat de aanduiding 'LPF Terneuzen' waarvan door de vereniging "LPF Terneuzen" om registratie is verzocht, geheel of in hoofdzaak met deze aanduiding overeenstemt en daardoor verwarring te duchten is. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat de in artikel G 3, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet genoemde weigeringsgrond toepassing mist.
2.3. Vastgesteld wordt, dat de politieke groepering "Lijst Pim Fortuyn" zowel door de Tweede Kamerfractie alsook door de media wordt aangeduid als LPF en daardoor in den lande deze politieke groepering voor de kiezer én in het maatschappelijk verkeer algemeen bekend is als LPF. Bij de kiezer kan bij de vermelding "LPF Terneuzen" dan ook de indruk ontstaan dat het daarbij gaat om een afdeling van - of een partij op lokaal niveau ressorterende onder - de eerdergenoemde politieke groepering. Gelet hierop moet de aanduiding 'LPF Terneuzen' als anderszins misleidend, als bedoeld in artikel G 3, aanhef en onder c, van de Kieswet, worden aangemerkt. Verweerder had het verzoek van de vereniging "LPF Terneuzen" om registratie van deze aanduiding dan ook moeten afwijzen.
2.4. Het beroep is gegrond en het besluit van 27 augustus 2002 moet worden vernietigd. Nu geen van de andere in artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet genoemde weigeringsgronden zich voordoet, bestaat er aanleiding om op na te melden wijze zelf in de zaak te voorzien.
2.5. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen van 27 augustus 2002;
III. wijst het verzoek van de vereniging "LPF Terneuzen" om registratie van de aanduiding 'LPF Terneuzen' als aanduiding waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld af;
IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
V. veroordeelt het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Terneuzen in de door appellante in verband met de behandeling van het beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 322,00, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de gemeente Terneuzen te worden betaald aan appellante;
VI. gelast dat de gemeente Terneuzen aan appellante het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht (€ 327,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.H.B. van der Meer, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Meer w.g. Van Loon
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 september 2002
284.
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de Raad van State,
voor deze,