ECLI:NL:RVS:2002:AF0863
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- H. Bekker
- T.M.A. Claessens
- R.P. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen inzake schadevergoeding door de gemeente Apeldoorn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 1 februari 2002. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, nadat de raad van de gemeente Apeldoorn op 29 juni 2000 een schadevergoeding van ƒ 11.000,00/€ 4991,58 had toegekend op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Appellante was van mening dat de schade die zij had geleden, als gevolg van een bestemmingsplan dat in 1997 in rechte onaantastbaar was geworden, niet voldoende werd vergoed. De schade betrof een waardevermindering van haar appartement van ƒ 40.000,00/€ 18151,21.
De raad had in zijn besluit van 22 maart 2001 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, waarbij hij zich baseerde op een advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). Dit advies stelde dat een deel van de schade voor rekening van appellante moest blijven, omdat deze schade voorzienbaar was. De rechtbank heeft het standpunt van de raad bevestigd en geoordeeld dat de schadevergoeding die was vastgesteld, redelijk was.
Tijdens de zitting op 3 oktober 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. Appellante was aanwezig, vergezeld van een partij, en de raad werd vertegenwoordigd door een ambtenaar. De Afdeling heeft de argumenten van appellante in hoger beroep herhaald, maar heeft geen aanleiding gezien om anders te oordelen dan de rechtbank. De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, met overname van de gronden van de rechtbank. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 20 november 2002.