ECLI:NL:RVS:2002:AF1732
Raad van State
- Hoger beroep
- E.M.H. Hirsch Ballin
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank te Groningen, die op 17 april 2002 het beroep ongegrond verklaarde tegen de afwijzing van een verzoek om huursubsidie door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De Staatssecretaris had op 3 december 1999 het verzoek om huursubsidie voor de periode van 1 juli 1999 tot 1 november 1999 afgewezen. Dit besluit werd door de Staatssecretaris op 8 augustus 2000 in het kader van het bezwaar ongegrond verklaard. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden zijn aangevuld in juni 2002. De zaak is behandeld op 1 november 2002, waarbij de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vertegenwoordigd was door mr. M.J.C. van Amerongen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het betoog van de appellant in hoger beroep niet leidt tot een andere conclusie dan die van de rechtbank. De Afdeling is van oordeel dat de Staatssecretaris pas met ingang van 1 november 1999 huursubsidie aan de appellant behoefde toe te kennen, omdat de broer van de appellant tot 26 oktober 1999 als eigenaar en bewoner op het woonadres stond ingeschreven. De Afdeling bevestigt ook het oordeel van de rechtbank dat de Staatssecretaris terecht geen toepassing heeft gegeven aan artikel 9, tweede lid, van de Huursubsidiewet.
Uiteindelijk is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de aangevallen uitspraak bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 11 december 2002.