ECLI:NL:RVS:2002:AF2446
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Korthals Altes
- T.M.A. Claessens
- J.G. Treffers
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor particuliere beveiligingswerkzaamheden geweigerd op basis van betrouwbaarheidseisen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die toestemming heeft aangevraagd voor het verrichten van particuliere beveiligingswerkzaamheden voor het bedrijf "B. Secure". De korpschef van de politie regio Twente heeft deze toestemming geweigerd op basis van de betrouwbaarheidseisen zoals gesteld in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (wet Pbr). De korpschef heeft zich hierbij gebaseerd op eerdere veroordelingen van de appellant, waaronder een vrijheidsstraf wegens het voorhanden hebben van een hand- of flitsgranaat en eerdere verdachtstellingen van mishandeling. De rechtbank te Almelo heeft het beroep van de appellant tegen de beslissing van de korpschef ongegrond verklaard, waarna de appellant hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 24 september 2002 ter zitting behandeld. De korpschef werd vertegenwoordigd door drs. A. Krommendijk en M.J.G. Broekhuis. De Raad overweegt dat de korpschef op basis van de feiten en de beleidsregels die zijn vastgesteld voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van portiers, terecht heeft geconcludeerd dat de appellant niet voldoet aan de eisen voor het verkrijgen van de gevraagde toestemming. De Raad stelt vast dat de korpschef niet onredelijk heeft gehandeld door de toestemming te weigeren, gezien de eerdere veroordelingen van de appellant en het risico op recidive. De argumenten van de appellant dat hij niet bewust het misdrijf heeft gepleegd en dat de straf door de politierechter laag was opgelegd, zijn niet voldoende onderbouwd om de weigering van de korpschef te weerleggen.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 24 december 2002.