ECLI:NL:RVS:2002:AF2470
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th.G. Drupsteen
- M. Oosting
- H. Borstlap
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vergunning voor ruimen van zand- en grinddepot niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant tegen een besluit van 13 november 2001, waarbij een revisievergunning is verleend aan een besloten vennootschap voor het ruimen van een zand- en grinddepot. De vergunning is verleend op basis van de Wet milieubeheer en is op 26 november 2001 ter inzage gelegd. Appellanten hebben op 19 december 2001 beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 11 november 2002 zijn de appellanten vertegenwoordigd door hun gemachtigden, terwijl de verweerders werden bijgestaan door ambtenaren van de provincie en de vergunninghoudster door een advocaat.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de vergunning uitsluitend betrekking heeft op het ruimen van de depots en dat deze inmiddels zijn geruimd. Aangezien de vergunning niet voorziet in de mogelijkheid tot hervullen of andere activiteiten ter plaatse, is de vergunning feitelijk uitgewerkt. Hierdoor hebben de appellanten geen processueel belang meer bij een oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De Afdeling concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 24 december 2002. De beslissing is vastgesteld door de voorzitter en twee leden van de Afdeling, in aanwezigheid van een ambtenaar van Staat.