ECLI:NL:RVS:2003:AF3167
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen een besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De Staatssecretaris had op 11 april 2000 de huursubsidie van de appellante over het tijdvak van 1 juli 1996 tot 1 juli 1997 vastgesteld op ƒ 1.440,00 en een bedrag van ƒ 2.220,00 teruggevorderd. De appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de Staatssecretaris verklaarde dit bezwaar op 6 november 2001 niet-ontvankelijk. De rechtbank te Amsterdam verklaarde op 23 juli 2002 het beroep van de appellante ongegrond. Hierop heeft de appellante hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, ingekomen op 29 augustus 2002.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 3 januari 2003. De rechtbank had geoordeeld dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaar, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. De appellante had aangevoerd dat zij door een medewerker van het ministerie was geïnformeerd dat zij tot eind juli 2000 kon wachten met het indienen van haar bezwaarschrift, maar deze stelling werd niet met bewijs gestaafd.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 22 januari 2003.