ECLI:NL:RVS:2003:AF3518
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- E.M.H. Hirsch Ballin
- P.C.E. van Wijmen
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke handhaving en vergunningverlening voor mestdroging bij Culterra Holland B.V.
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de coöperatie "Woningeigenaren Waterpark It Soal" en het college van burgemeester en wethouders van Nijefurd over de handhaving van vergunningen voor de inrichting van "Culterra Holland B.V." te Workum. De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van 23 april 2001, waarin hun verzoek om bestuurlijke handhavingsmiddelen werd afgewezen. Dit besluit werd later gedeeltelijk herroepen, maar het bezwaar werd voor het overige ongegrond verklaard. De appellanten hebben hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 14 januari 2003 werd de zaak behandeld. De appellanten stelden dat de inrichting van "Culterra Holland B.V." zonder vergunning in werking was en dat de verleende vergunning op 5 februari 2002 niet aan de wettelijke eisen voldeed. De Raad van State overwoog dat, hoewel de inrichting zonder vergunning functioneerde, verweerder niet verplicht was om handhavend op te treden. De mogelijkheid tot legalisatie van de situatie speelde hierbij een belangrijke rol. De Raad concludeerde dat er geen gerede twijfel bestond over de rechtmatigheid van de vergunning, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard.
De uitspraak benadrukt de afweging die gemaakt moet worden tussen handhaving en het gedogen van illegale situaties, vooral wanneer er een mogelijkheid tot legalisatie bestaat. De Raad van State heeft in deze zaak geoordeeld dat de verweerder in redelijkheid kon besluiten om geen bestuurlijke handhavingsmiddelen toe te passen, gezien de omstandigheden van het geval.