ECLI:NL:RVS:2003:AF4733
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- H.G. Lubberdink
- D.A.C. Slump
- I. Sluiter
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vergunningverlening voor de bouw van een bedrijfsverzamelgebouw op bedrijventerrein De Schermer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Alkmaar van 27 september 2001. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard en de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Schermer vernietigd. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de vergunning die was verleend aan [vergunninghouder] voor de bouw van een bedrijfsverzamelgebouw op het bedrijventerrein 'De Schermer'. Het college had op 6 april 1999 vergunning verleend, maar appellante was van mening dat deze beslissing haar bedrijfseconomische belangen schaadde.
De Raad van State heeft de zaak op 29 oktober 2002 ter zitting behandeld. Appellante betoogde dat de rechtbank had miskend dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat de vergunning aan [vergunninghouder] was verleend en niet aan haar. De Raad van State oordeelde echter dat de verlening van de bouwvergunning aan [vergunninghouder] niet betekende dat appellante geen vergunning kon krijgen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellante niet als belanghebbende kon worden aangemerkt volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2003.