ECLI:NL:RVS:2003:AF5578
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing toevoeging rechtsbijstand op basis van financiële gegevens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank te Amsterdam van 6 september 2002. De appellant had een verzoek ingediend om toevoeging op basis van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb), maar dit verzoek werd op 4 februari 2000 afgewezen door het bureau rechtsbijstandvoorziening van de raad voor rechtsbijstand te Amsterdam. De raad verklaarde het daartegen ingestelde beroep op 25 oktober 2000 gegrond, maar met instandhouding van de rechtsgevolgen van het besluit. De rechtbank te Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State, ingediend op 18 oktober 2002.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 27 februari 2003, waarbij de raad vertegenwoordigd was door mr. M.M.C. Laan. De appellant was niet ter zitting verschenen. De Raad overwoog dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat de raad zich terecht op het standpunt had gesteld dat de appellant, ondanks een eerdere gelegenheid om zijn aanvraag te onderbouwen, de noodzakelijke financiële documenten niet had overgelegd. Hierdoor was het voor de raad niet mogelijk om te beoordelen of de appellant recht had op een toevoeging.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 maart 2003.