ECLI:NL:RVS:2003:AF5593
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- P. Lodder
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen handhaving van een dwangsomaanschrijving voor illegaal gebouwde serre
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. De voorzieningenrechter had op 22 augustus 2002 het beroep van appellanten ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Someren hen had gelast een illegaal gebouwde serre te verwijderen. Dit besluit was genomen op 16 maart 2001, waarbij een dwangsom van ƒ 500,00 per week was opgelegd, met een maximum van ƒ 7500,00. Appellanten maakten bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond op 24 juni 2002.
Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij hun beroep aanvulden met aanvullende brieven. De zaak werd behandeld op 7 februari 2003, waarbij appellanten in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, mr. J.H. Rodenburg. Het college werd vertegenwoordigd door H.M.A. van der Linden, ambtenaar van de gemeente.
De Raad van State overwoog dat de serre was gebouwd zonder de vereiste bouwvergunning, waardoor het college bevoegd was om handhavend op te treden. De Raad stelde vast dat er geen concreet zicht op legalisering van de illegale situatie bestond, en dat het college in redelijkheid tot handhaving had kunnen overgaan. Het hoger beroep van appellanten werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.