ECLI:NL:RVS:2003:AF5649
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Boll
- P.A. Melse
- Rechtspraak.nl
Weigering handhaving op basis van de Wet milieubeheer tegen inrichting zonder vergunning
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 maart 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen. De appellant had beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om handhavend op te treden tegen de inrichting van een vergunninghouder, die zonder de vereiste vergunning krachtens de Wet milieubeheer opereerde. De zaak werd behandeld op 31 januari 2003, waarbij de appellant in persoon verscheen, bijgestaan door een lid van de maatschap, en de verweerder vertegenwoordigd werd door ambtenaren van de gemeente. De vergunninghouder was ook aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van 16 januari 2002, waarin het verzoek om handhaving werd afgewezen. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 25 juni 2002. De appellant voerde aan dat de inrichting niet voldeed aan de eisen van de Wet milieubeheer en dat er meer dan 15 stuks melkrundvee werden gehouden, wat een vergunning vereiste. De verweerder had echter geconstateerd dat de inrichting aanpassingen onderging en dat de vergunninghouder voornemens was om de bedrijfsvoering te wijzigen om aan de voorwaarden van het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer te voldoen.
De Afdeling overwoog dat de appellant niet voldoende gronden had aangevoerd die de weigering van de verweerder om handhavend op te treden konden onderbouwen. De Afdeling concludeerde dat de verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om niet handhavend op te treden, gezien de voorgenomen wijzigingen in de bedrijfsvoering van de vergunninghouder. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.