ECLI:NL:RVS:2003:AF6703
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- C. Sparrebboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing toevoeging rechtsbijstand op basis van financiële situatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank te Amsterdam, die op 6 september 2002 het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek om toevoeging op basis van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) ongegrond verklaarde. Het bureau rechtsbijstandvoorziening van de raad voor rechtsbijstand te Amsterdam had op 24 juli 2000 het verzoek van appellant om toevoeging afgewezen, omdat hij niet de benodigde financiële documenten had overgelegd. De rechtbank oordeelde dat de raad terecht had gesteld dat appellant, ondanks dat hij in de gelegenheid was gesteld om de ontbrekende stukken aan te leveren, dit had nagelaten. Hierdoor was het voor de raad niet mogelijk om te beoordelen of appellant recht had op een toevoeging.
De Raad van State heeft de zaak op 27 februari 2003 behandeld, waarbij de raad vertegenwoordigd was door mr. M.M.C. Laan. Appellant was niet ter zitting verschenen. De Raad van State bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat de afwijzing van de toevoeging terecht was, omdat appellant niet de noodzakelijke jaarstukken en aangiften had overgelegd. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen aanleiding bestond. De uitspraak werd openbaar gedaan op 2 april 2003.