ECLI:NL:RVS:2003:AF8938
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.R. Schaafsma
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vergunning lozen afvalwater door Afvalzorg Deponie B.V. niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door appellanten tegen een besluit van de Staatssecretaris van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit besluit, genomen op 8 oktober 2002, verleende een vergunning aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'Afvalzorg Deponie B.V.' voor het lozen van afvalwater afkomstig van de stortplaats Nauernasche Polder te Assendelft. De vergunning was verleend op basis van artikel 1, eerste lid, van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
Appellanten hebben op 28 november 2002 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij stelden dat zij niet op de hoogte waren van het ontwerpbesluit en derhalve geen bedenkingen konden inbrengen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 2 mei 2003, waarbij de appellanten vertegenwoordigd werden door een gemachtigde en de verweerder door ambtenaren van het ministerie.
De Afdeling overweegt dat volgens artikel 20.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer alleen belanghebbenden die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit, of die op andere wijze als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, beroep kunnen instellen. De Afdeling concludeert dat de appellanten niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij op een aanzienlijke afstand van de inrichting wonen en hun belangen niet rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken. Hierdoor zijn zij niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep.
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dat het beroep van appellanten niet-ontvankelijk wordt verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 21 mei 2003.