ECLI:NL:RVS:2003:AF9222
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing geslachtsnaamwijziging door Staatssecretaris van Justitie
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 mei 2003 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante tegen de afwijzing van haar verzoek om geslachtsnaamwijziging door de Staatssecretaris van Justitie. De appellante had eerder een verzoek ingediend dat op 10 juli 2001 door de Staatssecretaris was afgewezen. Dit besluit werd door de Staatssecretaris op 11 oktober 2001 bevestigd na het indienen van bezwaar door de appellante. De rechtbank te Amsterdam verklaarde op 22 november 2002 het beroep van de appellante ongegrond, waarop zij hoger beroep instelde bij de Raad van State op 9 december 2002.
Tijdens de zitting op 15 mei 2003 waren zowel de appellante als de Staatssecretaris vertegenwoordigd. De Afdeling overwoog dat de argumenten van de appellante in hoger beroep voornamelijk een herhaling waren van de eerder door haar aangevoerde argumenten bij de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de Staatssecretaris de regels voor geslachtsnaamwijziging correct had toegepast, zoals vastgelegd in het Besluit houdende regels voor geslachtsnaamwijziging. De appellante voldeed niet aan de voorwaarden die in dit besluit zijn opgenomen.
Daarnaast werd het verzoek van de appellante om DNA-onderzoek door de Staatssecretaris niet ingewilligd, wat volgens de rechtbank terecht was. De Afdeling concludeerde dat de inhoud van het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank een voldoende getrouwe weergave was van de gebeurtenissen. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.