ECLI:NL:RVS:2003:AF9815
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Oosting
- H.PH.J.A.M. Hennekens
- H. Borstlap
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bezwaar inzake geluidsoverlast door laad- en losactiviteiten
In deze zaak hebben appellanten, wonend te [woonplaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghoudster], gevestigd aan de [locatie] te [plaats]. Het verzoek werd ingediend op 14 november 2001, en na een aantal correspondenties en een eerdere uitspraak van de Raad van State op 18 juni 2002, heeft verweerder op 15 juli 2002 een besluit genomen waarin het bezwaarschrift van appellanten gedeeltelijk gegrond werd verklaard. Appellanten waren van mening dat verweerder niet adequaat handelde met betrekking tot de geluidsoverlast die voortkwam uit de laad- en losactiviteiten van de inrichting.
Tijdens de zitting op 6 mei 2003 werd duidelijk dat de vergunninghoudster per 28 augustus 2003 alle activiteiten aan de [locatie] zou beëindigen en deze zou voortzetten op een andere locatie. Dit leidde tot de conclusie dat appellanten, gezien de feitelijke omstandigheden, niet meer konden bereiken wat zij met hun beroep beoogden, namelijk het verminderen van de geluidsoverlast. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang meer was bij de beoordeling van het bestreden besluit, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
De uitspraak werd gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de voorzitter, mr. M. Oosting, en de leden, mr. H.PH.J.A.M. Hennekens en drs. H. Borstlap, aanwezig waren. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 11 juni 2003.