ECLI:NL:RVS:2003:AG1657

Raad van State

Datum uitspraak
18 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200206704/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • L. Groenendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van subsidieaanvraag voor milieugerichte technologie door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

In deze zaak heeft de Raad van State op 18 juni 2003 uitspraak gedaan over de weigering van een subsidieaanvraag door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. De appellante, Ampals B.V., had op 28 februari 2002 een aanvraag ingediend voor een subsidie krachtens de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2002 voor haar project "Italvel Day", dat gericht was op de marktintroductie van een elektrische scooter. De aanvraag werd echter niet in behandeling genomen, omdat appellante onvoldoende gegevens had verstrekt om de aanvraag te kunnen beoordelen.

De Minister verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, wat leidde tot het indienen van beroep bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 9 mei 2003 werd de zaak behandeld, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar directeur en verweerder door een ambtenaar van de Novem. De Raad van State overwoog dat de Minister op basis van de Wet Milieubeheer en het Besluit Milieusubsidies bevoegd was om regels te stellen omtrent de aanvraag van subsidies.

De Raad oordeelde dat appellante niet had voldaan aan de vereisten voor de aanvraag, met name het ontbreken van een projectbeschrijving en het niet beantwoorden van cruciale onderdelen van het aanvraagformulier. De Raad concludeerde dat de Minister terecht had geweigerd de aanvraag in behandeling te nemen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200206704/1.
Datum uitspraak: 18 juni 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Ampals B.V.", gevestigd te Amstelveen,
appellante,
en
de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 juli 2002 heeft verweerder een aanvraag van appellante om verlening van een tegemoetkoming krachtens de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2002 (hierna: de Regeling) ten behoeve van haar project “Italvel Day” niet in behandeling genomen.
Bij besluit van 4 november 2002 heeft verweerder het hiertegen door appellante gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft appellante bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 11 december 2002, beroep ingesteld.
Bij brief van 18 februari 2003 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 mei 2003, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. K. Pals, haar directeur, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. Y.M.E. Liedekerken, werkzaam bij de Nederlandse onderneming voor energie en milieu B.V. (hierna: de Novem), zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1.1. Ingevolge artikel 15.13, eerste lid, van de Wet Milieubeheer (hierna: de Wet) kan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu voor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling aangewezen activiteiten op het gebied van milieubeheer subsidie verstrekken.
Ingevolge het tweede lid, onder d, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling in ieder geval regels worden gesteld omtrent de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover.
2.1.2. Ingevolge artikel 11, tweede lid, van het Besluit Milieusubsidies, voorzover thans van belang, worden bij de aanvraag tot subsidieverlening tenminste de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
a. een overzicht van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd; (…)
2.1.3. Ingevolge artikel 10b, vijftiende lid, van de Regeling, voorzover thans van belang, worden aanvragen tot subsidieverlening en tot subsidievaststelling ingediend bij de Novem, met gebruikmaking van een aldaar verkrijgbaar formulier.
2.1.4. Op 28 februari 2002 heeft verweerder het “Mandaatbesluit Novem Subsidieregeling milieugerichte technologie 2002" (Stcrt. 2001, 250) vastgesteld. Krachtens dit besluit heeft de Minister aan bepaalde functionarissen van de Novem mandaat verleend tot het nemen van besluiten, als thans aan de orde.
2.2. Op 19 juni 2002 heeft appellante een aanvraag ingediend bij de Novem voor verlening van subsidie krachtens het van de Subsidieregeling milieugerichte technologie 2002 deel uitmakende programma Demonstratieprojecten Mobiele bronnen 2002 ten behoeve van haar project “Italvel Day”. Dit project voorziet in de marktintroductie van een elektrische scooter.
2.3. In bezwaar heeft verweerder de weigering om de aanvraag in behandeling te nemen gehandhaafd, omdat appellante, hoewel haar verzocht is deze aan te vullen, tenslotte onvoldoende gegevens en bescheiden heeft geproduceerd om de aanvraag te kunnen beoordelen en een beschikking daarop te kunnen voorbereiden.
2.4. Niet in geschil is dat geen antwoord is gegeven op onderdeel 6 van het aanvraagformulier. Weliswaar is op enig moment een bedrijfsplan verzonden, doch dat bevat geen projectbeschrijving, als daar bedoeld. Voorts bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder beantwoording van onderdeel 6 van het aanvraagformulier ten onrechte van belang heeft geacht voor de beoordeling van de aanvraag. Onder die omstandigheid bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, zoals hij heeft gedaan.
2.5. Het beroep is ongegrond.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Groenendijk
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2003
164-408