ECLI:NL:RVS:2003:AH9083
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- R.G.P. Oudenaller
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake plaatsing propaanreservoir nabij woonwagens
In deze zaak hebben verzoekers, wonend te Sas van Gent, bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen, dat op 10 april 2003 een verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de plaatsing van een propaanreservoir nabij hun woonwagens heeft afgewezen. Verzoekers hebben de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 17 juni 2003, waar verzoekers, bijgestaan door een gemachtigde, en verweerder, vertegenwoordigd door C.J. Ritico, ambtenaar van de gemeente, aanwezig waren.
Verzoekers betogen dat de veiligheidsafstanden, zoals genoemd in tabel II van bijlage 1 van het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer, niet in acht zijn genomen. Volgens hen dient de afstand tussen het propaanreservoir en de woonwagens minimaal zestig meter te bedragen. Ze stellen dat het woonwagencentrum en het reservoir niet als onderdeel van dezelfde inrichting kunnen worden beschouwd, omdat er geen voldoende technische, organisatorische of functionele bindingen zijn.
De Voorzitter overweegt dat ingevolge artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer, een inrichting wordt beschouwd als de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling bindingen hebben en in elkaars nabijheid zijn gelegen. Na beoordeling van de stukken en het verhandelde ter zitting, concludeert de Voorzitter dat er geen zodanige bindingen zijn dat het propaanreservoir als een geheel met de woonwagens kan worden beschouwd. Hierdoor heeft verweerder in strijd gehandeld met de geldende voorschriften.
De Voorzitter besluit tot het treffen van een voorlopige voorziening en schorst het besluit van 10 april 2003 tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar. Tevens worden de proceskosten van verzoekers vergoed, inclusief het griffierecht. De uitspraak is gedaan op 24 juni 2003.