ECLI:NL:RVS:2003:AH9900
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kapvergunning voor bomen in Zutphen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vereniging 'De Huurdersvereniging Zutphen e.o.' tegen een uitspraak van de rechtbank te Zutphen. De rechtbank had op 13 januari 2003 het beroep van appellante ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen op 8 maart 2001 een vergunning had verleend voor de kap van 6 esdoorns, 3 elzen en 1 linde. Appellante stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat een kapvergunning vereist was, aangezien de vergunning op 8 maart 2002 van rechtswege was vervallen omdat er geen gebruik van was gemaakt binnen de gestelde termijn van een jaar. Appellante betoogde dat het college het bezwaarschrift niet-ontvankelijk had moeten verklaren, wat door de rechtbank niet was erkend.
De Raad van State heeft de zaak op 20 juni 2003 ter zitting behandeld. De vertegenwoordigers van het college, waaronder mr. J.S.W. Lucassen, advocaat te Zutphen, waren aanwezig. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat, nu de kapvergunning reeds op 8 maart 2002 was verlopen, appellante geen rechtens relevant belang had bij een oordeel in hoger beroep. De gestelde belangen van appellante, zoals de proceskosten en griffierechten, waren onvoldoende om tot een inhoudelijke beoordeling van de uitspraak over te gaan. Daarom heeft de Afdeling geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 16 juli 2003, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.