ECLI:NL:RVS:2003:AI0183
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Schaafsma
- J.A.M. van Angeren
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen gedoogbesluit zandwinning en -opslag zonder vergunning
In deze zaak heeft de Raad van State op 23 juli 2003 uitspraak gedaan over een beroep dat was ingesteld door een appellant tegen een besluit van de gedeputeerde staten van Gelderland. Het geschil betreft een gedoogbesluit dat op 14 juni 2001 was genomen, waarbij het zonder vergunning krachtens de Wet milieubeheer in werking zijn van een zandwinning en -opslag onder voorwaarden werd gedoogd. Dit besluit werd later door verweerder, de gedeputeerde staten van Gelderland, deels gegrond en deels ongegrond verklaard in een besluit van 12 maart 2002. De appellant heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de Raad van State oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de gedoogbeschikking inmiddels was komen te vervallen, omdat de termijn van de gedooging was verstreken en er geen processueel belang meer was voor de appellant om het beroep inhoudelijk te laten beoordelen. De Raad van State heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de gedoogbeschikking eindigde op de dag dat de oprichtingsvergunning op basis van de Wet milieubeheer in werking trad, maar uiterlijk op 1 mei 2002. Aangezien deze datum was verstreken, was er geen aanleiding meer voor een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De Raad van State heeft het beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.